Nostalgie

Mijn eerste buitenlandse vakantie

We schrijven 1972, voor het eerst ga ik op vakantie naar het buitenland. Het waren andere tijden, in die periode werd het reizen mogelijk voor meer dan de upper class, kinderen van NS-personeel en bohemiens. Niet dat ik niet eerder in het buitenland was geweest. Al voor mijn diensttijd was ik in het Belgische Bokrijk en een keertje in het pittoreske o zo toeristische Duitse stadje Monschau. En in dienst mocht ik bij herhaling in een konvooi mee richting de Lüneburgerheide, tussen Bremen en Hannover. Het was immers koude oorlog en de oostgrens van het vrije westen moest verdedigd worden.
En dan niet zomaar naar het buitenland, nee, een rondreis door Scandinavië of liever naar Noorwegen waarbij we op de heenreis door Jutland reden en terug langs de Zweedse scherenkust naar Hälsingborg en dan over Sjaeland terug naar Puttgarden, Duitsland. En dat allemaal met een Westfaliacamper, een tot vakantieverblijf omgebouwd Volkswagenbusje dat we voor drie weken gehuurd hadden. We hadden de route zorgvuldig voorbereid en wisten wat we waar zouden kunnen zien. Met dank aan de ANWB die ook toen al dat soort informatie aan haar leden aanbood.
scannen0001
De kwaliteit van de kleurenfoto’s van toen is ook niet geweldig 😉

In de komende weken zal ik af en toe een stukje van deze reis beschrijven. Vandaag de eerste etappe, Utrecht- Hirtshals. We zijn met drieën, drie broers. Ik ben de oudste en de enige die van het verhuurbedrijf de auto mag besturen, de andere twee, Louis en Henk zijn te jong, Henk heeft zelfs nog geen rijbewijs. Ervaring? Nou nee. Niet met autorijden over zulke afstanden, niet met vakanties in het buitenland, met niets. Maar je bent jong, je kunt de hele wereld aan. Van de aanloop kan ik me weinig herinneren, wel van onze aankomst in de Deense havenstad. Daar bleek dat we niet mee konden met de veerboot van die dag, vol en niet gereserveerd. Dus hebben we de camper maar op de parkeerplaats bij het veer gezet en moesten op zoek naar eten, nee, de overtocht was duurder dan we dachten en onze portemonnee was aardig leeg dus eerst Deense kronen. Die kon je toen nog niet uit de muur halen, daarvoor moest je op een postkantoor zijn. Maar waar vind je een postkantoor? Onze vraag in Duits, Engels en Frans gesteld kon de Deen niet beantwoorden, hij had geen flauw idee wat we zochten. Ik zeg zo, langs mijn neus weg, tegen mijn broers “Wat zal postkantoor dan in het Deens zijn?”. “Ah, postkontor”, nou dat wist hij wel. En zo kwamen we toch nog op tijd aan onze pecunia en konden we ons eten alsnog bemachtigen.
Een volgend keer over de route over de E3, een Europaweg met schapen.