Het is weer eens tijd voor een gastblog, Jan Spier, oud politieman uit Utrecht verhaalt over een ervaring als wachtcommandant. Deels in het prachtige Utregs.
Op een avond gaat de telefoon bij de wachtcommandant. Aan de andere kant van de lijn is Willem, bij diverse instanties al jarenlang een bekend draaideur geval.
Aan zijn stem is te horen dat hij drank op heeft.
(Bij sommige figuren, die, zoals hij plat Utrechts praten, is het mijn ervaring om die in hun eigen taal aan te spreken. In het bijbelboek Handelingen 2: 6 werd er al gewag gemaakt van het spraakwonder. (Uitstorting van de Heilige Geest) Tenslotte ben ook ik als Utrechtse jongen met dat taaltje vertrouwd en in mijn loopbaan loste ik daar heel wat problemen mee op, maar dit terzijde)
“He, Spier, ik maak me eige doad hoor.”
Ik: “Wat krijge we nou man?”
Willem: “Nou mot je maar is goed luisteruh, ik gaot nou de deur uit naor de … straot en dan gaot me zuster deran. Ze hep me beledig en dat pik ik niet. Wat ze dan gezeg hep? Nou dat me moeder nog zou leven als ik beter opgepas had. Azzik daar gewees ben dan maok ik er zelf een eind an. Dan spuit ik insulinde zo in een aoder van me arm.”
“Willem,”zeg ik, “die dwaze dingen laat je zeker wel uit je hoof he?” Doorgaan met lezen “Uit de herinnering van de wachtcommandant”